Wat moeten we met de nieuwe kennis over de rol van Groningen in het slavernijverleden?

Gelukkig is er een groeiend bewustzijn in ons land over de rol van Nederland in de wereldwijde slavenhandel. In Groningen lijkt het besef over onze rol in de slavernij ook langzaam te groeien. Op 3 juni stelde RTV-noord de vraag wat we moeten met de nieuwe kennis over onze rol in het slavernijverleden.

We zijn allemaal Groningers, er is geen ‘wij’ en ‘zij’.

Als Statenfractie van GroenLinks willen wij deze vraag beantwoorden en verbreden naar: Hoe kunnen we, 400 jaar na dato, deze geschiedenis belichten en er bij stil staan op een manier die niet polariseert, maar juist verbindt? Een manier waarbij we niet enkel denken in termen van 'wij' en 'zij', maar waarin we gezamenlijk optrekken naar gelijkwaardigheid? We zijn immers allen Groningers, ongeacht de afkomst van onze voorouders.

Solidariteit en bewustzijn creëren door de politiek

Als Statenfractie hebben wij het provinciale college vorig jaar bereid gevonden om jaarlijks stil te staan bij 21 maart, de Dag tegen Racisme en Discriminatie. Waar er in 2021 een lezing is gehouden en het boekje ‘Verhalen van Nu’ werd uitgereikt, zien wij voor 2022 graag een grootsere invulling hiervan. Een brede uitnodiging aan de bewoners van onze provincie, waarin wordt verteld over de diversiteit van onze geschiedenis, cultuur, taal en inclusie en dan van alle kanten belicht. Het bewustzijn dat daarmee gecreëerd wordt, en het leren van een gedeelde geschiedenis is een eerste stap in het verbinden van onze samenleving op dit onderwerp. Gemeentelijke colleges en raden kunnen zich ook over de mogelijkheden buigen. Daarnaast zou het vieren (al dan niet provinciaal)  van het einde van de slavernij op 1 juli 1863  een mooi gebaar zijn van solidariteit, erkenning en verbinding.

De Groningse arbeidsmarkt van betekenis tegen institutioneel racisme

Met enkel educatie en herdenking zijn we er nog niet. Net als in de VS is er in Nederland sprake van Institutioneel racisme. Vaak minder zichtbaar, maar daarmee niet minder ernstig. ‘Institutioneel’ betekent dat het verankerd zit in onze systemen. Denk bijvoorbeeld aan stagediscriminatie op basis van achternaam. Stagiaires worden dan niet uitgenodigd voor een gesprek omdat stagebieders op papier een niet-Westerse of niet-Nederlandse achternaam zien. Dit leidt er toe dat deze studenten nog voordat ze hun carrière starten al 1-0 achterstaan op iemand die wel een Westerse of Nederlandse achternaam heeft. Dit geldt uiteraard voor een veel grotere groep mensen dan alleen de nakomelingen van slaven. Als bedrijven hierover niet langer de discussie aan gaan maar zich hiervan bewust zijn en actief sturen op het aanpakken van dit probleem, kan dat enorm helpen.

Eenvoudige stimulans brengt ons dichter bij elkaar

Het is dus van belang om in het hier-en-nu verbetering te brengen in de kansengelijkheid voor onder andere de nazaten van de slavernij. Zo kunnen bedrijven en organisaties gestimuleerd worden om een actief inclusiebeleid op te stellen (door bijvoorbeeld een anti-discriminatieprotocol na te leven) en een prijs uit te reiken voor het ‘meest inclusieve bedrijf'. Het provinciale bestuur was hier vorig jaar nog niet aan toe. Er ligt nog een soort taboe op dit onderwerp met als argument dat het tot polarisatie zou leiden. Maar niets is minder waar. Het is een bewezen effectieve methode om kansengelijkheid te vergroten. Bovendien zijn divers samengestelde teams toekomstbestendiger en efficiënter. Er zitten alleen maar voordelen aan, het schaadt niemand dus laten we met z’n allen het lef hebben om deze stap gewoon te zetten. Het brengt ons dichter bij elkaar als we allemaal vanuit dezelfde positie samen kunnen werken en leven. Het geeft minder wroeging of gelatenheid over de ander met gedachten als ‘ach laat hen maar, zij zijn anders / rijker /welvarender’. Als het bedrijfsleven hierin het goede voorbeeld geeft, en de overheid dit goede voorbeeld stimuleert dan maken we grote stappen voorwaarts. Dit past bij het ondernemersklimaat van de provincie Groningen waarin we innovatief en duurzaam willen investeren, op alle vlakken. Daarmee zouden we trots kunnen zijn op wat er gebeurt in Groningen.