Bij keukentafelgesprekken met boeren komen vele zorgen naar voren: geen perspectief, onzekerheid, schaalvergroting bij andere agrarische bedrijven, beperking van het uitrijden van dierlijke mest op het land. Boeren liggen hier wakker van en ervaren verdriet en machteloosheid.

De provincie is één van de schakels van het beleid waar boeren mee te maken hebben. Er ligt nu een brief van GS die perspectief biedt: de provincie pakt onderdelen goed op en we gaan samen aanpakken. Samen moeten we in gesprek: boeren, industrie, gemeenten, natuurorganisaties, enz. 

Rondom Lieftinghsbroek is al een gebiedsproces gestart en er ligt een eerste plan. De voor- en nadelen van dit proces moeten meegenomen worden in de opzet van de ‘nieuwe’ gebiedsprocessen elders in onze provincie.

Er komt meer duidelijkheid over doelen en gemeenten krijgen meer ruimte voor het werken met economische doelstellingen. Daardoor kunnen boeren andere verdienmodellen realiseren en daarnaast de leefbaarheid verbeteren. Waarbij die nieuwe activiteiten uiteraard in balans zijn met de natuur. 

Onze grootste zorg wordt gevormd door de technische innovaties. Meerdere stalvloeren werden als laaghangend fruit beschouwd, maar toch bleek dit fruit van binnen rot. GroenLinks is bang dat als elke commissie het op innovatie gooit, we het niet gaan redden. Dat boeren grote investeringen moeten doen en dan bedrogen uitkomen. De boer denkt het goede te doen, wordt zo voorgelicht en achteraf blijkt dit niet het geval. Met alle gevolgen van dien. 

GroenLinks ziet de sleutel liggen bij extensivering van de intensieve veehouderij: minder dieren, natuurinclusieve en biologische landbouw. Dit zou onderdeel moeten worden van het oplossingenpakket. 

Tijdens de Statenvergadering van 28 september hebben GroenLinks, D66, PvdD, CU, SP en PvdA een motie ingediend die boeren met aandacht voor de natuur in hun bedrijfsvoering (de koplopers) verzekert van provinciale ondersteuning. Deze motie is aangenomen. Je kunt hem hier vinden.