De Staten mochten vandaag (10 juli)  meedenken over het programmakader voor het Nationaal Programma Groningen

Om ervoor te zorgen dat het programma zal bestaan uit ambities waar elke Groninger ECHT iets aan heeft, hebben een groot aantal partijen vandaag een motie ingediend, die ook GroenLinks van harte ondersteunt. Stephanie sprak in haar speech de steun uit voor deze motie. Ze benadrukte het belang van gezamenlijke ambities die Groningers nieuw perspectief bieden. Ook benadrukte ze dat voor GroenLinks vooral de ambities op het gebied van Leefbaarheid en Welzijn van belang zijn. We willen dat in 2030 elke Groninger zich weer net zo veilig en gelukkig voelt als elke andere Nederlander, en dat stressgerelateerde gezondheidsklachten ten gevolge van de aardbevingen sterk verminderd zijn. De tekst van haar bijdrage (maidenspeech genoemd omdat het haar eerste toespraak in de Staten is), vind je onder 'Lees verder'.

"Voorzitter, vandaag mogen wij meedenken over het programmakader van het NPG. Er is al veel over gezegd, veel over gediscussieerd en veel over nagedacht. Waar we het in deze zaal allemaal over eens is zijn, is dat het NPG er voor de Groningers moet zijn. Dat het een programma moet zijn waarmee de Groninger nieuw perspectief geboden wordt. Een programma waar de Groninger van nu EN de toekomst echt iets aan heeft. We willen niet dat het NPG een technocratisch vehikel wordt. Concrete plannen waar de Groninger baat bij heeft, dat is wat we allemaal willen.

Laten we er daarom voor zorgen dat we ons vandaag als Staten gezamenlijk uitspreken. Om dit te bereiken hebben wij met een aantal partijen een motie opgesteld, die straks ingediend wordt. In deze motie hebben wij een aantal ambities geformuleerd waarvan wij denken dat die belangrijk zijn voor onze provincie en haar inwoners. Onze GroenLinksfractie staat pal achter deze motie. We denken dat elke ambitie die in deze motie opgesteld is, bij zal dragen aan een beter Groningen. In het hier en nu, en in de toekomst. Maar voorzitter, voor ons is vooral punt 3: leefbaarheid en welzijn belangrijk.

Ik zal zo verder toelichten waarom, maar eerst wil ik beginnen met een uitspraak van een 9-jarige inwoner uit onze provincie: "Ik ging op de bank zitten en het begon opeens heel hard te trillen. Ik dacht dat er oorlog kwam dus ik ben heel snel naar de wc gerend, heb de deur op slot gedaan. Toen ben ik heel bang daar gaan zitten, omdat ik echt heel bang was."

Een uitspraak van een 6-jarige inwoner van onze provincie: ‘'Ik word woedend omdat we ons echte, echte huis uit moesten. En dat vind ik helemaal niet fijn.'

Een ander meisje zegt: "Ik ben bang dat er in mijn slaap een schoorsteen op mijn hoofd valt."

Voorzitter, zoals iedereen wellicht al begrijpt, zijn dit uitspraken van kinderen over hun ervaringen met aardbevingen. De moeders, vaders opa's en oma’s van deze kinderen zag ik huilend en radeloos in mijn spreekkamer, toen ik als GZ-psycholoog in onze provincie werkte. En ik weet het, ik heb het geleerd in de boeken: als psycholoog moet je proberen wat afstand te houden en je niet teveel mee te laten slepen. Maar in dit geval mislukte dat toch wel een beetje. Het trof me; de machteloosheid en oneerlijkheid van wat er gebeurde. De angsten en het verdriet van deze volwassenen, maar ook de angsten en het verdriet van hun kinderen.

Want wat een schril contrast vormt de jeugd van deze kinderen met de prettige jeugd die ik heb gehad. Toegegeven, ik heb vroeger heus wel te maken gehad met discriminatie en racisme. Maar ondanks dat heb ik een bijzonder fijne en veilige jeugd gehad waarin mijn kopzorgen zich veelal beperkten tot de vraag welke SpiceGirl nou ECHT het coolst was en waarom mijn 16-dagen oude Tamagotchi ineens doodging, terwijl ik hem een half uur geleden nog eten had gegeven. Geen moment heb ik mij zorgen hoeven maken of de schoorsteen in mijn slaap op mijn hoofd zou vallen of dat ons huis in zou storten. Ik heb mijn vader niet huilend van wanhoop aan de keukentafel zien zitten. Het kan niet anders, dan dat jarenlange blootstelling aan dit soort angsten en stress, littekens achterlaat. Dat brengt mij ook tot de volgende prangende vraag:

Hoe gaan deze kinderen, die dit op hun bordje hebben gekregen, zich in 2040 voelen? En hoe gaat het in 2040 met hun familie? Hebben zij, in mentaal opzicht, de ellende kunnen overwinnen? Wonen zij dan eindelijk in veilige huizen?

Wij als Groninger volksvertegenwoordigers bekommeren ons om deze kinderen en hun families. We bekommeren ons erom dat ze een mooie en passende baan kunnen vinden als ze klaar zijn met hun studie. We bekommeren ons erom dat ze de provincie goed door kunnen reizen, dat ze een fijne en groene leefomgeving hebben.

Maar, als ik vanuit mijzelf als volksvertegenwoordiger mag spreken, dan bekommer ik me er vooral om dat deze kinderen de angsten uit het verleden van zich af kunnen schudden en zich vol vertrouwen kunnen ontwikkelen tot gezonde, vitale Groningers.

Voorzitter, dit is ook waarom onze GroenLinks-fractie punt 3 van de motie zo belangrijk vindt. En de ambitie die in dit punt geformuleerd wordt, moet niet pas in 2040 bereikt zijn, maar het liefst al in 2030, of eerder. Wij willen dat het NPG een bijdrage levert aan de gezondheid en het welzijn van de Groningers. Dat we niet meer torenhoog scoren op stress-gerelateerde gezondheidsklachten, maar op dit punt hetzelfde scoren als de rest van Nederland. Onze fractie zal er bovenop zitten om ervoor te zorgen dat in de thematische pijlers van het NPG ook voldoende ruimte wordt gemaakt voor projecten die deze ambitie ondersteunen.

Voorzitter, laten we er voor zorgen dat de Groningse kinderen van NU in 2040 verlost zijn van de stress en zorgen die ze nu ervaren.

Laten we ervoor zorgen dat de angst om in je slaap een schoorsteen op je hoofd te krijgen, alleen bestaat in een nare nachtmerrie."