Het zout dat bij Winschoten wordt gewonnen is o.a. grondstof voor de chloorproductie in Delfzijl. Vandaar gaat het chloor in schepen de hele wereld over.

Nu een aantal van de cavernes (125 meter doorsnede en 500 tot 1000 meter diep) het punt naderen dat ze niet verder leeggepompt kunnen worden, is Nobian op zoek naar andere nabije locaties om zout op te pompen. Een aantal daarvan liggen in een natuurgebied, een paar andere vlak bij een waterwinningsgebied. Alle reden dus voor zorgen. Zeker als je weet dat bij het winnen van zout flinke hoeveelheden diesel als afdeklaag in de cavernes worden gepompt. Bij ongelukken kan dat in het grondwater terechtkomen. Daarnaast moet elke locatie om de vijf jaar helemaal opgeschoond worden, wat tot wekenlange (24/7) forse geluids- en lichtoverlast voor omwonenden leidt. Want  het gebied is bepaald niet onbewoond.

En dan heb je nog het probleem dat er nog geen oplossing is gevonden voor het afsluiten van zoutputten die niet meer geëxploiteerd gaat worden. Als de putten niet goed afgesloten kunnen worden kan het verzakkingsprobleem waar men nu al mee te maken heeft doorgaan en ook groter worden.

Het enige goede nieuws is dat Nobian onder verscherpt toezicht van het Staatstoezicht op de Mijnen staat omdat het bedrijf er niet in slaagt de oude cavernes goed af te sluiten. Zolang dat niet lukt, mogen ze geen nieuwe putten slaan, wat hen er overigens niet van weerhoudt een vergunning voor proefboringen aan te vragen bij het ministerie van Economische Zaken. Vinger aan de pols, ook in de Staten.