Op initiatief van de Statenfractie van GroenLinks is op woensdag 14 maart een expert meeting over weidevogels in Groningen gehouden op het Provinciehuis in Groningen. De meeting werd druk bezocht door ca. 50 experts van agrarische natuurverenigingen en terreinbeherende organisaties en overige geïnteresseerden en met drie presentaties door landelijke deskundigen. Belangrijkste conclusie van de discussie is dat weidevogels in Groningen alleen een toekomst hebben als er in de overgebleven kerngebieden zwaarder beheer wordt toegepast en dus niet alleen maar nestbescherming. Ook zouden deze kerngebieden planologisch beter beschermd moeten worden, bijvoorbeeld d.m.v. een provinciale weidevogelverordening. Ook de wijziging van het gemeenschappelijke landbouwbeleid verdient veel aandacht. Als de voorstellen ongewijzigd doorgaan, dan komt de collectieve weidevogelbescherming zoals die nu wordt toegepast, in gevaar.

Er waren drie sprekers van naam uitgenodigd. Alco van Klinken, beleidsmedewerker natuur bij de provincie Groningen, hield een interessant verhaal over het weidevogelbeleid in Groningen, inclusief de wijzigingen die er aan zitten te komen door het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouw Beleid van de Europese Unie en door het nieuwe natuurbeleid van de regering. Het agrarisch natuurbeleid gaat daardoor binnenkort van de provincies naar het rijk, die dit wil laten financieren vanuit het gemeenschappelijke landbouwbeleid. Er gaat dus veel veranderen en het is zaak dit goed te sturen, waardoor het weidevogelbeleid in Nederland en Groningen overeind blijft.

Wolf Teunissen van Sovon vogelonderzoek Nederland hield vervolgens een goed verhaal over de aantalsontwikkelingen van de weidevogels in Nederland en in Groningen. Belangrijkste conclusie uit zijn verhaal was dat het overal slecht gaat met de weidevogels en dat de oorzaken divers zijn (predatie, intensieve landbouw, lage grondwaterstanden, etc.). Hierdoor is het ook zo lastig om de situatie voor de weidevogels te verbeteren. Tot slot gaf Jos Hooijmeijer van de RUG een presentatie vanuit de wensen die de Grutto stelt aan zijn leefomgeving. Onderzoek in zuidwest Friesland gaf aan dat het ook daar slecht gaat met de weidevogels. Belangrijkste oorzaak is de steeds intensievere landbouw met steeds vroegere maaidata en een laag waterpeil. Wat de Grutto wil is: greppels, kruidenrijk grasland en hoge grondwaterstanden. Als aan deze voorwaarden niet is voldaan, dan kan de Grutto nooit voldoende kuikens kan grootbrengen om de aantallen op peil te houden.

In de discussie die volgde op de presentaties gaf Klaas Jan Elzinga namens Agrarische Natuurvereniging Stad en Ommeland aan dat de aantallen weidevogels op hun terreinen de afgelopen jaren stabiel zijn of zelfs licht toenemen. Ze passen veel maatwerk toe, zoals het onder water zetten van greppels in droge voorjaren en het realiseren van kuikenland op plekken waar veel weidevogels broeden. Ernst Oosterveld van ANV de Eendracht heeft onderzoek gedaan in de beheergebieden in het houtsingelgebied van het Zuidelijk Westerkwartier. Hij komt tot de conclusie dat de weidevogels waarschijnlijk geen toekomst hebben in dit gebied, omdat ze te weinig jongen groot brengen. Belangrijke oorzaken hiervoor zijn predatie, intensieve landbouw, lage grondwaterstanden en verstoring. In het gebied ten noorden van het Van Starkenborghkanaal hebben de weidevogels wel toekomst, mede omdat het landschap hier veel opener is, zodat predatoren het moeilijker hebben. Vanuit de terreinbeherende organisaties werd de nadruk gelegd op samenwerking tussen terreinbeheerders en boeren er omheen. Op verschillende plekken zoals in het Reitdiepgebied, bij het Hoeksmeer en onder Grijpskerk werkt dit goed. In de grote reservaatsgebieden in het veenweidegebied, zoals Leekstermeer en Zuidlaardermeer, hebben weidevogels het moeilijk, onder andere wegens inklinking en mede daardoor verdroging. Ook de Europese Natura 2000-doelen zijn soms strijdig met de belangen van de weidevogels.

Door de deskundigen Wolf Teunissen en Jos Hooijmeijer werd betoogd dat weidevogels in Groningen alleen een toekomst hebben als er in de overgebleven kerngebieden zwaarder beheer wordt toegepast en dus niet alleen maar nestbescherming. Ook zouden deze kerngebieden planologisch beter beschermd moeten worden, bijvoorbeeld d.m.v. een provinciale weidevogelverordening. Zelfs uitplaatsing van boeren in kerngebieden die niet willen meewerken aan weidevogelbescherming, zou in het uiterste geval kunnen worden toegepast. In Friesland denkt men daar al aan. Ook de wijziging van het gemeenschappelijke landbouwbeleid verdient veel aandacht. Als de voorstellen ongewijzigd doorgaan, dan komt de collectieve weidevogelbescherming zoals die nu wordt toegepast, in gevaar. Het is ook de vraag in hoeverre de provincie straks nog wat te vertellen heeft over de weidevogels en het agrarisch natuurbeheer buiten de EHS.

De weidevogels zullen binnenkort aan de orde komen bij de herijking van de EHS, bij de wijziging van de POV en bij de bespreking van het nieuwe GLB. Het is aan de Statenleden om op die momenten de suggesties die tijdens de expert meeting zijn gedaan, om te zetten in daden.