Wie echter nauwlettend volgt waarmee onze provincie in de voorbije periode veelvuldig in het nieuws is geweest, zal niet ontgaan zijn dat de aandacht nog altijd gaat naar de gaswinning en de immense versterkingsopgave die daaruit voortvloeit én naar het antwoord op de problemen met de gaswinning: de overstap naar duurzame energie. Niet toevallig ook dé onderwerpen waarbij het regeerakkoord onze provincie uitdrukkelijk noemt.
De Noordelijke klimaattop, die vorige week door meer dan twaalfhonderd mensen bezocht, en waar vele vele tientallen bedrijven, ontwikkelingen zich presenteerden, kreeg niet voor niets landelijke aandacht. We hebben opleidingen voor de energietransitie, we krijgen een VN klimaatcentrum, we werken samen in SNN verband. Dit college heeft de vaart er in. Geweldig. We hebben hier in deze provincie goud in handen. Nu eens niet goud dat door een multinational wordt weggepompt, maar goud waarmee we deze provincie sociaal en economisch kunnen laten floreren.
En dat doen we tot op dit moment met een zeer bescheiden budget. Met een programma bovendien dat in 2019 dreigt af te lopen. Gelukkig doen we het ook niet alleen - we zien het bedrijfsleven instappen, we zien inwoners en coöperaties actief worden - maar we faciliteren het wél.
De uitdaging voor ons nú is om richting de voorjaarsnota na te denken over de vervolgstappen die we gaan nemen: met welke middelen bouwen we ons koploperschap uit in de voor ons liggende jaren, na 2019? Hoe zorgen we dat het Groninger Bod - een stevig bod, dat nu op tafel ligt - tot uitvoering komt?
Het kabinet heeft in het regeerakkoord een stevige opdracht neergelegd bij de lokale overheden, waaronder de provincies en wil een stevig deel van de accressen op het provinciefonds aanwenden voor de financiering van de klimaat- en energietransities. Het kabinet gunt ons de positie van koploper. Daarmee geeft het kabinet ons een kans en een táák. Wat GroenLinks betreft vergt dat een structurele financiële inspanning.
GroenLinks ziet de energietransitie als een kans voor versterking van onze hele regio, zeker óók in het gaswinningsgebied. Woningen en hele wijken die duurzaam worden versterkt. Klaar voor de toekomst op energiegebied. Niet alleen om prettig oud in te worden, maar ook om kinderen en kleinkinderen in op te laten groeien. Hoe dat moet? Dat weten Groningers zelf het beste. Laat ze dat met hun eigen bestuurders aanpakken: met hun eigen gemeente en met de provincie. Plannen maken én uitvoeren.
GroenLinks ondersteunt van harte dat de provincie er in deze begroting voor kiest dat met onmiddelijke ingang te willen faciliteren onder de noemer “Nieuw perspectief”. Groningers en hun bestuurders gaan zelf invulling geven aan hun toekomst. Een richting die grotendeels aansluit bij de visie die ook GroenLinks heeft op de aanpak in het gaswinningsdossier en die we hier ook meermaals hebben benoemd. GroenLinks heeft daarbij een echt onafhankelijk instituut voor ogen dat schades taxeert. Geen taxatie in opdracht van NAM of overheid, maar echt onafhankelijk. En daarnaast een door lokale overheden aangestuurde organisatie die verantwoordelijkheid neemt [met het rijk - het rijk blijft financieel aan zet] voor de versterking van het gebied, bouwkundig, maar ook sociaal en economisch. Dus met een integrale visie voor de toekomst.
De versterkingstrein moeten blijven rijden - we gaan niet wachten op nieuw treinmaterieel - maar de aansturing moet weer stevig democratisch geborgd zijn. Dat is een stevig en complex gesprek dat gevoerd moet worden, maar het móet gevoerd worden. Nu.
Dit is de bijdrage van fractievoorzitter Arjen Nolles bij de bespreking van de begroting 2018 in de Staten.