De inwerkingtreding van de nieuwe Omgevingswet staat gepland voor 1 januari 2022, maar de recente rapporten zijn kritisch over de haalbaarheid van dit streven. Uit een rapport van het Bureau ICT-Toetsing (BIT) is gebleken dat er nog grote problemen zijn met de werkbaarheid en betrouwbaarheid van het digitale systeem van de wet. Er bestaan grote twijfels of het complexe systeem bij de invoering in zijn geheel gereed zal zijn. Daarom wordt aangedrongen op het invoeren van een beperkte basis, om vervolgens via zogeheten ‘uitbouwen’ de rest van de wet te implementeren. Of op die manier natuurwaarden en de kwaliteit van de leefomgeving voldoende gewaarborgd zijn is voor GroenLinks de vraag.
Daarnaast blijkt uit een rapport van accountantskantoor KMPG dat de kosten van de implementatie van de wet vooral bij de gemeenten komen te liggen. Samen zouden alle Nederlandse gemeenten tussen de 1,2 en 1,5 miljard euro kwijt zijn. Ook geeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) aan bang te zijn dat gemeenten nog veel extra kosten zullen hebben van de uitvoering van de wet. Hoewel de verwachting was dat deze budgetneutraal zou kunnen plaatsvinden, zien gemeenten veel kosten voor vergunningverlening, maar geen inkomsten. Voor Groninger gemeenten zou dit, gezien hun momenteel al nijpende financiële situatie, mogelijk desastreuze gevolgen hebben.
Statenlid Bas de Boer is daarom bezorgd: “Wij vrezen dat de natuur, de leefomgeving en de gemeenten nog verder onder druk komen te staan. GroenLinks wil knokken voor wat kwetsbaar is, en daarom vragen we aandacht voor de risico’s die tekortschietende invoering van deze enorme wet met zich meebrengt. Wij hopen dat het college onze zorgen weg kan nemen, of anderzijds actie onderneemt om negatieve gevolgen te voorkomen. Zo willen we dat een mooie en sterke Groninger omgeving gewaarborgd blijft.”
De vragen vind je in de bijlage.