Het coalitieakkoord dat aan ons is gepresenteerd, is een akkoord op hoofdlijnen. We hebben het doorgenomen en erkennen dat het inderdaad een beknopt overzicht is van de belangrijkste punten. We waarderen het dat er ruimte is voor de Staten om op verschillende thema's hun visie te geven. Echter, we missen een heldere basisvisie, waardoor het akkoord enigszins oppervlakkig overkomt. Met name het hoofdstuk over financiën vinden wij marginaal, aangezien het zich voornamelijk richt op het jaar 2024. We zouden graag een langetermijnvisie zien. Momenteel wordt het huidige beleid voortgezet, maar na 2024 is het onduidelijk wat er zal gebeuren. Het lijkt erop dat er te veel nadruk ligt op korte termijn denken. Een betrouwbare overheid geeft duidelijk richting en visie waar burgers zich aan kunnen vasthouden. Dit missen we in dit akkoord.

In het akkoord wordt vermeld dat veel beleid wordt voortgezet, maar ook dat een aantal beleidsterreinen stilgelegd zullen worden. We vragen ons af welke beleidsterreinen dit betreft en welke doorgaan. Kunnen de Staten een lijst verwachten van de formerende partijen met deze informatie?

Bij het doornemen van het akkoord zien we dat bepaald beleid wordt voortgezet vanuit het huidige college. Hier zijn enkele voorbeelden:

•          Het zoeken naar bronnen voor drinkwater, hier is al mee bezig gegaan.
•          De groei van bos en andere houtige plekken, waarbij de provincie een rol speelt in het Bos en Hout-kader en rekening houdt met landschapselementen. Dit is al aan de gang.
•          Fietsveiligheidslessen voor onderwijs en ouderen, die al plaatsvinden.
•          Initiatieven om economie en onderwijs te verbinden, die al worden genomen.
•          Afspraken over het bouwen van minimaal 30% sociale huurwoningen, wat al gebeurt.
•          Het bespreken van toekomstperspectieven, waaronder de regio-deal Oost-Groningen, wat al aan de gang is.

Gelukkig worden veel lopende projecten dus voortgezet. Maar, we zouden graag meer inzicht krijgen in welke projecten specifiek niet doorgaan. Dit is voor ons niet duidelijk.

Om ervoor te zorgen dat belangrijke thema's die naar onze mening moeten doorgaan, niet over het hoofd worden gezien, hebben we een lijst opgesteld met vragen voor de formerende partijen. We willen graag weten of het volgende beleid doorgang vindt:

•          De Strategische energieagenda, wordt deze voortgezet?
•          Het Programma Mobiliteit, dat een nieuwe benadering van integrale bereikbaarheid en mobiliteit als middel in plaats van doel introduceert. Dit programma is net voor de komende 10 jaar vastgesteld. Wordt hieraan vastgehouden? Het lijkt erop dat het coalitieakkoord meteen terugkeert naar de ouderwetse aanpak van knelpunten oplossen en infrastructuur aanleggen. Kunnen we hierover meer duidelijkheid krijgen?
•          De duurzaamheidstrategie met betrekking tot mobiliteit, wordt deze voortgezet?
•          Bos en hout, inclusief het aanplanten van bomen en struiken. Gaat dit door?
•          In de vorige periode is overeengekomen dat culturele steuninstellingen en cultuurpijlers gedurende 8 jaar (tot 2028) financiële steun zullen ontvangen.
•          Na ruim 8 jaar in de waterstofeconomie te hebben geïnvesteerd, wat juist nu zo hard nodig is als compensatie voor de gaswinning waarbij zeker 10.000 banen verloren gaan, lijkt dit college niet langer voorop te willen lopen. Hoe wordt onze economie en werkgelegenheid op een duurzame manier vormgegeven als er geen vervolg wordt gegeven aan de waterstofambities? Wordt de klimaatagenda nog steeds voortgezet?

Ook hebben we enkele vragen met betrekking tot landbouw:

•          Blijft er ruimte voor gangbare intensieve landbouw binnen de wettelijke grenzen? Wat betekent dit voor de afspraak dat uitbreiding van intensieve veehouderij niet meer wordt toegestaan?
•          We willen niet meewerken aan regelingen die boeren beperken in hun activiteiten. Deze zinsnede roept vragen bij ons op. Wanneer is dit het geval en wie bepaalt dit? Hoe verhoudt dit zich tot de wettelijke kaders? Als dit de basis vormt van het hoofdstuk landbouw, dan hebben boeren in de provincie geen duidelijkheid over de koers van dit college.

Met betrekking tot natuur en water stellen we het volgende vast:

•          Natuur heeft naar onze mening een te beperkte rol in dit akkoord. We vinden dat dit uitgebreider moet worden behandeld. We zijn ook verrast door de zinssnede: "Natuurorganisaties moeten boerinclusief naturen." Wat wordt hier precies mee bedoeld? We zien dat natuur en natuurorganisaties vaak vanuit angst benaderd worden, en ze worden vaak bestempeld als clubs die alles vanuit hun eigen visie invullen. Echter, veel natuurorganisaties zijn grondeigenaren die hun gronden deels verpachten aan boeren, waarbij natuur en landbouw samengaan. Neem bijvoorbeeld het voorbeeld van de Ruiten AA, waar oude tarwesoorten verbouwd worden met biologische en natuurinclusieve teelt. Waarom wordt hier in het akkoord zo'n nadruk op gelegd?
•          We vinden dat er te veel angst is voor natuur, zoals blijkt uit teksten over het Natuur Netwerk Nederland. Er wordt gesproken over het tegengaan van "schaduwwerking". Dit is feitelijk onjuist, aangezien uitbreiding van het NNN geen extra externe effecten heeft. Dit geldt alleen voor N2000-gebieden. Deze toenemende angst voor natuur verbaast ons. Natuur is de basis van ons bestaan, zonder natuur kunnen we niet leven. We moeten er zuinig op zijn en natuur beschermen, herstellen en uitbreiden. Dit vraagt om een wetenschappelijke benadering van klimaat- en stikstofvraagstukken, zodat we adequaat beleid kunnen ontwikkelen voor onze landelijke gebieden. Daarom hebben we de motie “Eureka! We erkennen de wetenschap” (zie bijlage 1) ingediend.

Wat betreft water zijn we verheugd dat "water en bodem" als sturend principe wordt genoemd. We vinden echter dat het waterpeil niet concreet genoeg wordt benoemd. Gezien de klimaatverandering en toenemende droogte moeten we aanpassingen doen in het peilbeheer. We zien dat het principe "Peil volgt Functie" nog steeds gehanteerd kan worden, omdat dit ruimte biedt in het akkoord. Dit kan betekenen dat alles bij hetzelfde blijft en dat de functie bepaalt welk peil nodig is. We zien echter ook dat dit niet in het belang is van de inwoners, gezien de inklinking van de bodem en het verzakken van huizen, met scheuren als gevolg. Daarom hebben we de motie “maatwerk peilbeheer” ingediend (zie bijlage 2).

Inclusie en diversiteit zijn tevens belangrijke thema's voor GroenLinks. We streven naar een inclusieve samenleving op alle niveaus. Hoewel er in het coalitieakkoord aandacht aan wordt besteed, zouden we graag willen weten hoe de partijen dit concreet willen vormgeven. Zijn er al ideeën hierover? Helaas is het niet gelukt om een evenwichtige man/vrouw-verhouding in het college te bereiken. Op welke manier zal dit beleid wel slagen en hoe zal het college laten zien dat inclusie een serieus onderwerp is voor zowel het college als de provincie?

Het sociale kader krijgt veel aandacht, maar er wordt veel verantwoordelijkheid bij de gemeenten gelegd. Dit is begrijpelijk, gezien hun eerste verantwoordelijkheid. Er wordt gesproken over kansenongelijkheid en generatiearmoede. Zijn er al ideeën over hoe dit aangepakt zal worden? Of blijft het bij het ondersteunen van gemeenten bij het ontwikkelen van beleid? Is dit voldoende?

Tot slot: financiën. Zoals eerder vermeld, ontbreekt er feitelijk een gedegen financiële onderbouwing voor de gehele collegeperiode. Alleen het jaar 2024 wordt specifiek genoemd, wat naar onze mening onvoldoende is. Hoe kan er beleid worden gemaakt zonder financiële onderbouwing? Er wordt gesproken over "structureel extra geld vanuit het provinciefonds". Is hier al duidelijkheid over? Waar komt dit geld vandaan? Gezien de herverdelingen van het provinciefonds die in 2026 plaatsvinden en de lopende gesprekken hierover, is dit belangrijk om te weten.

Verder wordt gesproken over het "structureel vrijspelen van middelen via een herprioritering op de autonome taken (streefwaarde 2%)". Wordt hiermee aangegeven dat er bezuinigd zal worden op personeel en middelen? Of wordt hier iets anders mee bedoeld? Daarnaast worden er incidenteel middelen vrijgemaakt door keuzes te maken binnen de bestemmingsreserves. Welke keuzes worden er gemaakt? Wat zijn de gevolgen hiervan voor het beleid? We willen graag concrete uitwerkingen en onderbouwingen zien. Middelen die niet worden uitgegeven in een bepaald jaar, worden niet meegenomen naar het volgende jaar, tenzij er een nieuwe afweging plaatsvindt over de inzet van deze resterende middelen. Hoe gaan de Staten hiermee om? Wordt dit als een breed thema besproken?

Er zijn extra middelen toegewezen aan bepaalde portefeuilles, maar de verdeling hiervan is niet duidelijk. Ook is niet helder wat er precies met deze middelen zal gebeuren. Kunnen we hier meer inzicht in krijgen? Bijvoorbeeld, er is extra geld gereserveerd voor platteland en natuur, maar het waarom en hoe blijft onduidelijk.

Er worden ook ereschulden aan ons toegekend, maar we willen graag vaststellen dat deze gelden NIET worden gebruikt voor reguliere provinciale taken. BBB en PvdA steunen dit standpunt ook, maar het is naar onze mening niet voldoende duidelijk omschreven in het akkoord. Om hier helderheid over te krijgen, hebben we de volgende motie ingediend: “ereschuld niet voor reguliere taken” (zie bijlage 3).

Tot slot, in een kleinere context, kunnen we de beelddatabank vernieuwen? We hebben opgemerkt dat er in het akkoord nostalgische afbeeldingen van onze provincie worden gebruikt.

Natuurlijk zijn er ook positieve punten:

•          We zijn verheugd over de subsidieregeling voor de Groene Schoolpleinen.
•          We zien gelukkig dat er ruimte is voor dorpsmolens tot 20 meter. Dit is noodzakelijk als we de Energietransitie van onderaf willen realiseren.
•          We zijn blij dat er een einde komt aan de verdere verstoring van het landschap door geen nieuwe datacenters toe te staan.

Tenslotte willen we nog kort ingaan op de verdeling van de portefeuilles. We zijn verbaasd over de manier waarop deze verdeeld zijn, aangezien de zwaarte van de portefeuilles naar onze mening niet evenredig is. Hoewel dit het resultaat is van onderhandelingen, moeten we ervoor zorgen dat de portefeuilles adequaat kunnen worden uitgevoerd en dat uw collega's niet overbelast raken. De BBB heeft bijvoorbeeld gesproken over Susan Top, die straks partijloos zal zijn. Is er een plan waarbij zij regelmatig met de woordvoerders rond de tafel gaat zitten om contact en feeling met de fracties te houden? Hoe zal dit worden ingevuld? Misschien kunnen de formerende partijen hier antwoord op geven. Verder valt op dat er een kleine meerderheid is voor een gedeputeerde, terwijl er in het stuk steeds wordt gesproken over bredere steun. Zal dit voldoende zijn voor de formerende partijen?

We zijn benieuwd naar de antwoorden op onze vragen en hopen met onze moties een bijdrage te leveren aan de structurele inbreng vanuit de Staten bij het toekomstige college.

En tot slot, om meer duidelijkheid te krijgen, welke onderwerpen worden als eerste toegelicht en uitgewerkt, en wanneer zullen we deze als Staten met elkaar bespreken? Wat zijn de prioriteiten van deze coalitie?

 

N.B. In de bijlage treft u de drie door GroenLinks ingediende moties bij de Statenvergadering over het coalitieakkoord.